LEREN DANSEN MET ONZE PIJNLIJKHEDEN
Door: Felice Derkinderen
leestijd 9 minuten
vriendschap sluiten met de vijand
Het percentage mensen dat lijdt aan burn-out, depressie of verslavingen is ongekend hoog. Meer dan ooit dreigen we de verbinding met het tastbare, met aanraking, met ons lichaam, de aarde en elkaar kwijt te raken. In een samenleving die in toenemende mate beheerst wordt door virtualiteit in plaats van realiteit lijken de mogelijkheden om te leven in een ‘illusoire’ wereld, op afstand van het lijfelijke onbegrensd. Maar het ideaalbeeld van perfectie dat ons wordt voorgespiegeld is een onmogelijke standaard die wegleidt van het echte leven, van een belichaming van wie we in wezen zijn. Het enige tegengif hiertegen is het tijdelijk uitvergroten van onze imperfecties, totdat we de grandeur kunnen zien in de dingen die we eerder probeerden te verbergen.
Volgens Woodman is er een innerlijke splitsing in de westerse mens ontstaan door onze gemeenschappelijke wortels in christelijke ideeën over ‘goed’ (geest) en ‘kwaad’ (materie) en de veroordelingen die daaruit voortvloeien. Een afscheiding tussen een deel van ons dat wil voldoen aan de ‘goede’ geestelijke norm en dat bewust geïntegreerd en gevoed wordt, tegenover een ander deel dat daar niet aan voldoet en veroordeeld wordt tot een onbewust, verwaarloosd bestaan in onze binnenwereld. Met het lichaam als stille getuige.
Onze bewuste persoonlijkheid richt zich voornamelijk op de eisen die onze opvoeders en de maatschappij waarin we opgroeien aan ons stellen en de rest van onze eigenschappen verdwijnen voor een groot gedeelte ongebruikt uit het zicht. De bovengenoemde splitsing is volgens Woodman de dieper liggende oorzaak van een collectieve afwijzing van het natuurlijke en het aardse, met het lichaam als tastbaar bewijs ervan. Hierdoor leven we voornamelijk in de ‘bovenwereld’ van ons hoofd en proberen we te voldoen aan ideaalbeelden die als mens in de ‘benedenwereld’ van een fysiek lichaam onmogelijk zijn. Verslaving aan (de illusie van) perfectie, dissociatie (geen verbinding voelen met onze gevoelens, gedachten of ons lichaam) en projectie (ongewenste delen wel bij anderen kunnen waarnemen maar niet bij onszelf) zijn daarbij pogingen om onze dierlijke, onaangepaste oerbehoeften en -gevoelens te ontkennen of te ontstijgen. Met grote gevolgen als resultaat.
de wijsheid in het verborgene
Woodman is van mening dat de grootste uitdaging in het leven van de mens bestaat uit het ontwikkelen van een integratie tussen geest en lichaam. En daarvoor is een nieuwe visie nodig, een visie die een einde maakt aan de ontkenning van het tastbare, het donkere, het onaangepaste. Omdat er een diepe wijsheid in verborgen ligt.
Als tranen een directe lichamelijke reactie zijn op bepaalde gedachten of gevoelens dan valt te bedenken wat langer gevoelde of onderdrukte emoties voor een effect kunnen hebben op het lichaam. Het onderdrukken van gevoelens, wat in eerste instantie een overlevingsstrategie is, kan op een later moment een bron van fysieke ziekte worden omdat er geen verwerking plaatsvindt. Deze diepere verbinding tussen lichaam en geest wordt ook door de moderne wetenschap bevestigd. Moleculair bioloog en immunoloog professor Pierre Capel legt in zijn boek ‘Het Emotionele DNA’ aan de hand van studies uit hoe gevoelens onze gezondheid aansturen en hoe we dit zelf kunnen beïnvloeden. Het nieuwe vakgebied binnen de biologie, de epigenetica, toonde aan dat behalve de aanleg voor fysieke gevoeligheden en beperkingen ook emotionele trauma’s van de ene op de andere generatie kunnen worden overgedragen. Daardoor hoeft er geen persoonlijke herinnering aan een ervaring te zijn om er (onbewust) de gevolgen van te dragen. Hiermee wordt een belangrijke zienswijze van natuurreligies, het idee dat er een levende verbinding tussen onszelf en onze voorouders bestaat, in een nieuw daglicht geplaatst.
Na het verdwijnen van een collectief godsbeeld lijken we op onszelf teruggeworpen om takken te snoeien die het uitzicht uit het raam van ons bewustzijn belemmeren, om een vrijer zicht te krijgen op mogelijkheden en ons bewust te worden van onze beperkingen. Maar hoe dringen we door tot de dieper gelegen, moeilijk toegankelijke gebieden van onszelf?
Hoe kunnen we verbinding maken met de onzichtbare bril die onze ervaringen kleurt en op welke manier kunnen we onze eigen trauma's en die van onze familie een zinvolle plaats in ons leven geven? Vaak liegen we tegen onszelf omdat we pijnlijke inzichten willen vermijden. Uit angst verbannen we ongemakkelijke gedachten en gevoelens naar het onbewuste gedeelte van onze persoonlijkheid zodat we de confrontatie ermee uit de weg kunnen gaan. Maar dat betekent niet dat ze hun invloed op ons verliezen, in tegendeel, ze nemen ons in onbewaakte momenten in bezit wanneer we getriggerd worden door gebeurtenissen in de buitenwereld.
Het is een grote kunst om een deel van de verantwoordelijkheid voor iets wat je heeft geraakt bij de veroorzakende partij te laten en een ander deel van de verantwoordelijkheid te accepteren voor het helen van je eigen, oude verwondingen die erdoor omhoog komen. Woodman pleit voor het aangaan van een dialoog met onze donkere of dwangmatige gedachten die ons naar de binnenste ruimten van onze persoonlijkheid kunnen leiden. Maar de rituelen die onze voorouders hiervoor hadden zijn uit het zicht geraakt.
tarot en het gedachtegoed van c.g. jung
De Zwitserse psychiater en psycholoog Carl Gustav Jung (1875 - 1961) ging ervan uit dat we behalve door ons persoonlijke bewustzijn dat zich door eigen ervaring ontwikkelt, ook voor een groot deel worden gevormd door wat hij 'het collectief onbewuste' noemde. Een gebied waarin onbewuste universele patronen van gedachten en gevoelens van de mensheid zijn opgeslagen. Met andere woorden: of we het ons nu bewust zijn of niet, we maken allemaal deel uit van het collectief en worden er ook door beïnvloed.
Hij noemde de patronen die hij in dit veld ontdekte: 'archetypen'. Archetypen zijn mogelijkheden of neigingen om ons op een bepaalde manier te ontwikkelen. Ze drukken zich uit in beelden en symbolen die ook vaak te vinden zijn in onze dromen, sprookjes en mythen en ze worden veelvuldig beschreven in wereldreligies. Jung zag een archetype als een hulpmiddel, als een brug om informatie die in ons onderbewuste ligt opgeslagen naar de oppervlakte te brengen en te integreren in ons bewustzijn. Als we zijn gedachtegoed volgen dan zouden we dus door het bestuderen van archetypen onszelf beter kunnen leren kennen omdat we er onze eigen hoop, verlangens en angsten in kunnen ontdekken.
Door een boek van Sallie Nichols, die net als Marion Woodman werd opgeleid aan het C.G. Jung instituut in Zürich, kwam ik met de Tarot in aanraking. Een verzameling archetypische afbeeldingen die bij elkaar zijn gebracht op 78 kaarten als systeem voor innerlijk onderzoek. Wat op mij, als dochter van een wetenschapper, overkwam als een vaag spel van toevalligheden wist zij te belichten als een bron van inspiratie die al eeuwenlang denkers, zoekers, kunstenaars en filosofen in staat stelt om door te dringen in de diepere lagen van het bestaan. En haar boek: 'Jung and Tarot, An Archetypal Journey' veroorzaakte een interessante tweestrijd tussen iets in mij dat haar suggestie wilde afdoen als zweverige irrationaliteit, en een ander deel dat zich er op een onverklaarbare manier enorm bij thuis voelde.
We zullen in onze tegenpool veranderen als we niet met de tegenstellingen in onszelf leren omgaan.
de kraamkamer van ons bewustzijn
Mijn interesse was in ieder geval gewekt en ik kocht mijn eerste Tarotspel. Het zou een ontroerende en soms confronterende spiegel van mijn binnenwereld worden. De symbolische paradoxen op de kaarten nodigden uit voor een dans met tegengestelden die verder leerde kijken dan het bekende en waren vol met herkenning die een vreemd soort troost boden. Ze gaven me het idee dat er een zinvol verband te vinden was tussen dingen die nog niet helder waren. Ik ging op zoek naar een leraar en las alle boeken over de Tarot vanuit filosofische-, psychologische- en mystieke perspectieven die ik kon vinden.
Ik ontdekte dat archetypen, mythen en symbolen diep verankerd liggen in de wortels van onze gemeenschappelijke geschiedenis. Dat verhalen en afbeeldingen sinds mensenheugenis worden gebruikt om kennis en ervaringen over te dragen. Omdat ze een veilige ruimte creëren waarin we de confrontatie kunnen aangaan met de donkere, soms vervormde delen van onszelf. Ze bieden een ingang naar een gebied waar onze analytische denkgeest niet gemakkelijk toegang toe vindt; de chaotische natuur van onze binnenwereld. In deze kraamkamer van ons bewustzijn kunnen we vrede leren sluiten met onze menselijkheid en met behulp van onze verbeeldingskracht een nieuwe vorm geven aan de anatomie van onze ziel. De dichter Samuel Taylor Coleridge zei ooit dat de verbeeldingskracht geen kwaliteit van onze hersenen is maar een kwaliteit van onze creativiteit, onze levenskracht.
leren dansen met onze pijnlijkheden
De menselijke binnenwereld laat zich slechts gedeeltelijk ontdekken met het verstand dat de behoefte heeft om zaken te beoordelen en in te delen in overzichtelijke ‘hokjes’. Maar ze kan zich helemaal ontvouwen als we haar benaderen vanuit een ‘niet weten’. Als we met haar durven zijn zonder voorop gestelde voorwaarden of uitgangspunten en daarvoor zijn archetypen een prachtig gereedschap. Door hiermee op zoek te gaan naar een zinvolle verbinding tussen onze angsten, pijn, woede en onzekerheden én onze verlangens kan er een heel nieuw verhaal ontstaan. Door kracht en zwakte te bekijken komt er ruimte voor het bewandelen van een middenweg, een pad van innerlijke vrede.
Het insluiten of verbinden van tegengestelden maakt een nieuwe mogelijkheid zichtbaar; die van de bewuste respons. Woodman spreekt hiervoor over de noodzaak van de terugkeer van ‘de godin’, een universeel vrouwelijk archetype. Het oermoederlijke principe dat ontvankelijkheid, creativiteit en onvoorwaardelijkheid belichaamt. Als een geduldige, begripvolle moeder bekijkt ze meerdere kanten waardoor er een open uitwisseling kan ontstaan. Met de zachte, gevoelige en koesterende energie van de grote moeder kunnen we leren dansen met onze pijnlijkheden. Ze beter leren kennen en liefhebben, ontdekken dat ze heel menselijk zijn en hen vragen wat ze nodig hebben. Zo bevrijden we ons creatieve potentieel en kunnen impulsen vanuit het instinct (lichaam) en analyse vanuit het denken (geest) met elkaar worden verenigd. Gekoesterd als een pasgeborene door onze volwassen persoonlijkheid, kunnen we hen daarna opnieuw geboren laten worden in de wereld. Want pas als we de confrontatie met onze kwetsbaarheden zijn aangegaan en ze met mededogen hebben doorvoeld en begrepen, kunnen we ze bewust leren omzetten in een nieuwe richting.
De archetypische natuur van de Tarot biedt herkenning en nodigt uit om bewuster te (over)wegen. Ze leert ons om ergens verbinding mee te leggen zodat het doorvoeld kan worden en maakt het belang van bepaalde zaken zichtbaar zodat we ze kunnen meewegen in onze beslissingen. Hierdoor worden we ons weer bewust van delen die verloren zijn gegaan in een maalstroom van gedachten of gebeurtenissen in de buitenwereld en brengt ze een alchemistisch proces op gang van iets innerlijk aangaan en er uiteindelijk bovenuit groeien. Een proces dat werkt met polariteiten waarin oude, vervormde energieën worden getransformeerd naar nieuwe kwaliteiten.
Ware schoonheid heeft ook altijd een toefje wildheid in zich. Iets dat je spontaan verleidt om een andere kant te bekijken dan je gewend bent. Het laten ontstaan en ‘uithouden’ van de interne spanning die dat oproept maakt het mogelijk om een ruimer bewustzijn te ontwikkelen. Want het onderdrukte en verborgene wacht erop om ontdekt te worden, verlangt ernaar om belicht te worden.
Er is niets helender dan iemand die bereid is om ons hele verhaal te horen. Iemand die er getuige van is en erbij blijft, ook als er ongemakkelijke waarheden op tafel komen. Die de onvoorwaardelijke ruimte schept om tegenstellingen die we in onszelf tegenkomen te bekijken en te verzoenen. Daardoor kunnen we een stevigere basis vinden om te blijven staan als anderen onze pijnpunten triggeren en onszelf beter leren dragen. Een absolute voorwaarde voor werkelijke verbinding met onszelf, het leven en de wereld is dat we onze héle waarheid kunnen spreken en (be)leven. Dat is natuurlijk afhankelijk van omstandigheden in de buitenwereld maar ook van onze innerlijke toewijding aan die diepste waarheid en de moed om haar een stem te geven.
het verlangen van de ziel om thuis te komen
In tal van wijsheidstradities komen we het principe van ‘naar beneden trainen’ tegen, het bewust verbinding maken met de vitale levenskracht die zich in de aarde en onderin ons lichaam bevindt. Door contact te maken met deze energie en haar te verbinden met ons bovenste gedeelte: ons hoofd, kunnen we bijvoorbeeld meer inzicht krijgen in zaken die ons drijven. En andersom wordt er in de boeddhistische-, sjamanistische- en taoïstische leer gezegd dat als je een bepaalde mate van bewustzijn hebt bereikt, je weer in de realiteit van alledag dient ‘af te dalen’ om de gevonden inzichten te gaan belichamen. Want door de verbinding met ons lichaam krijgen we de benodigde daadkracht om werkelijk naar onze diepste inzichten te handelen. Woodman formuleert het alsvolgt: “Without our body we are disempowered, without our body we cannot speak our truth.”
In iedere ziel huist een verlangen om thuis te komen, een verlangen om datgene wat ons heeft bewogen te laten samenvloeien met wat we in beweging willen brengen. Zo leren we, gebruikmakend van onze creatiekracht, om weer ‘heel’ te worden. Om het hele spectrum van ons menszijn opnieuw in bezit te nemen. Het leren communiceren met onze verscholen delen maakt het mogelijk om een diepere verbinding met onszelf en de wereld aan te gaan en een voller leven te leiden.
Bronnen
Marion Woodman: 'Holding the Tension of the Opposites'
Pierre Capel: 'Het Emotionele DNA', ISBN: 9789090309637
Sallie Nichols: 'Jung and Tarot: An Archetypal Journey', ISBN: 9780877284802